Aanbevolen boeken


Lied + verhaal
Doorgrond mijn hart, en ken mijn weg o Heer -
De schrijver van dit inmiddels wereldwijd bekende en veel gezongen lied is James Edwin Orr.
James werd geboren op 15 januari 1912 in Belfast (Noord Ierland) als één van vijf kinderen van William Steward Orr en Roze Orr-
Op negenjarige leeftijdtijd gaf James, mee vanuit de liefdevol christelijk opvoeding van vooral zijn moeder, zijn leven aan de Here Jezus.
In 1922 slaat in het gezin Orr het noodlot toe. In dat jaar stierf niet alleen plotseling James vader, maar verloor hij ook zijn kleine zusje Louise op driejarige leeftijd. Het overlijden van vader William en daarna het ook nog eens -
Toen hij om en nabij negentien jaar was, kreeg hij de overtuiging dat hij het evangelie moest uitdragen. Samen met een vriend begon hij met evangelisatiewerk en openluchtprediking in Belfast. Al vrij snel werd James rondtrekkend evangelist. In 1932 was hij betrokken bij een evangelisatiecampagne waarbij men de hele stad Belfast probeerde te bereiken. Het verlangen om te preken en mensen voor Jezus Christus te winnen groeide. Hij voelde deze roeping specifiek eind 1933, maar vond daarvoor weinig aanmoediging binnen zijn familie en onder zijn vrienden.
Desalniettemin volgde hij zijn roeping en ging naar Londen waar hij allengs meer en meer contacten kreeg met christelijke leiders en te spreken werd gevraagd in tal van kerken. Zo werd Londen zijn ‘uitvalsbasis’ en vanuit deze stad preekte hij voor ten minste twee jaar door heel Engeland. Hij besloot zijn ‘werkterrein’ uit te breiden en reisde vanaf begin 1935 naar ondermeer Noorwegen, Denemarken, Finland en zelfs naar onder andere Rusland, Polen, Duitsland, Zwitserland, Nederland en België. Een paar weken na zijn terugkeer in Londenging hij naar onder andere Hongarije, Griekenland, Palestina enzovoorts. Zijn bediening had iets weg van een wervelwind!
In 1936 reisde hij naar Canada om samenkomsten te houden en daarop volgend naar de Verenigde Staten, Nieuw Zeeland, Australië en Zuid Afrika. In het laatste land ontmoette hij een jonge vrouw, Muriel Carlson, die een diep indruk op hem maakte.
In oktober 1936 reisde hij naar Engeland terug met het plan een tijdje rust te nemen. Maar al gauw was hij weer op pad. Dit keer met een paar vrienden naar opnieuw Noorwegen. Na een spreekbeurt in Oslo besloot hij zijn vrienden achter te laten en vertrok naar Narvik om dan toch de verlangde stilte te zoeken. Doordat hij opnieuw voor spreekbeurten werd gestrikt, lukte dit aanvankelijk niet. Maar toen hij de rust vond, werd hij bepaald bij Muriel. Hij telegrafeerde haar en vertrok opnieuw naar Afrika. Na een korte tijd van elkaar leren kennen, besloten zij te gaan trouwen. Hun huwelijksdienst op 15 januari 1937 werd een evangelisatie samenkomst! Het paar vertrok vervolgens naar Londen. Het stel kreeg vier kinderen waarvan er een drie maanden na de geboorte stierf.
Naast al zijn reizen schreef Orr tal van boeken waarin hij onder andere op autobiografische wijze zijn ervaringen beschreef en ook wat volgens hem het christen leven diende in te houden. Wat hem met name boeide was de geschiedenis van de opwekkingen en ook dat treffen we in zijn boeken terug.
Om en nabij het einde van 1939 ging James met zijn vrouw naar Canada waar hij medevoorganger van een gemeente werd. Het was toen dat hij besloot om opnieuw te gaan studeren en begon vrij vlot na dit besluit met de studie theologie aan de Northwestern University in Chicago. Op 15 januari 1940 werd hij bevestigd als predikant van de Emmanuel Baptist Church in Newark, New Jersey. In 1942, het jaar dat zijn moeder in Ulster stierf, sloot hij zijn studie theologie met het doctoraalexamen af. Tegen het einde van datzelfde jaar nam hij dienst in het Amerikaanse leger en ging hij op de campus van de Harvard Universiteit naar de zogenoemde ‘chaplain’s school’ om vervolgens te gaan dienen als luchtmachtpredikant.
In 1946 verliet hij met de rang majoor het leger en begon hij, terwijl hij zijn gezin naar Engeland liet gaan, opnieuw een korte periode te reizen om uiteindelijk datzelfde jaar aan de Universiteit van Oxford zijn promotiestudie te beginnen. Deze studie voltooide hij in 1948 met een proefschrift onder de titel ‘The Second Evangelical Awakening in Britain’, dat in 1949 in boekvorm werd gepubliceerd en uitgegeven. In 1952 verscheen ‘The Second Great Awakening in America’.
Vanaf 1951 was hij nauw betrokken bij het werk van Campus Crusade for Christ. In 1966/1967 werd hij tot hoogleraar benoemd aan the School of World Missions van het Fuller Theological Seminary in Pasadena, Californië. Hij vervulde deze positie tot zijn emeritaat in 1981. Al die tijd bleef hij onvermoeibaar schrijven en spreken.
In zijn laatste levensjaren kreeg Orr hartproblemen en op de morgen van 22 april 1987 stierf hij na een lezing tijdens een conferentie in Ridgecrest, North Carolina, United States.
Wat Orr in zijn studies rond de opwekkingen vooral opviel, was dat ze allemaal waren begonnen met oprecht aanhoudend vurig gebed. Daarnaast werd hem duidelijk dat zondebesef, bekering en verootmoediging hierbij de sleutelbegrippen waren. Sprekend is de volgende (vrij vertaalde) uitspraak van hem: ‘Beetje bij beetje verliest de kerk haar grip in belangrijke zaken, wordt ze een sociale club, valt in slaap of verliest haar juiste richting. Over de hele wereld vinden we kerken in slaap, en om hen heen zien we van het evangelie verstoken en dus (geestelijk) stervende massa’s. In plaats van het dan allereerst noodzakelijke te doen, de massa’s het evangelie te verkondigen, zijn ze druk met tal van tijdverspillende zaken – met alles behalve dat waar het om gaat’.
Het is zijn kennis van en zijn diepe verlangen naar opwekking dat hem in 1936, na het bijwonen van een Paasopwekkingssamenkomst in Ngarawahia, Nieuw Zeeland, dreef het op Psalm 139:23, 24 en Psalm 51:12 gebaseerde lied Cleanse me, dat wij kennen als Doorgrond mij hart te schrijven. Het lied, dat op een Maori volksmelodie, getiteld Po Ata Rau -


Doorgrond mijn hart, en ken mijn weg o Heer

Terug


