Aanbevolen boeken

God neemt nooit iets uit je leven weg zonder het te vervangen door iets beters.

Billy Graham

Beproevingen leren ons wat we zijn; ze graven de grond op en laten ons zien waar we van gemaakt zijn.

Chales Spurgeon

Wees nooit bang om een onbekende toekomst te leggen in de handen van een bekende God.

Corrie ten Boom

Als je Jezus gaat zien in zijn menselijkheid, zul je ontdekken dat Hij God is.

Maarten Luther

Bijzondere Uitspraken

© Serif Templates - All Rights Reserved | Webdesign:  Bijbels perspectief  | Copyright © 2014 Alle rechten voorbehouden | Contactadres: info@bijbels-perspectief.nl

Archief Column

Share on Facebook Share on Twitter Share via e-mail Print

De gemeente van Christus 2e keus?

Wie kent niet dat prachtige lied van Samuel John Stone
The Church’s one foundation, dat bij ons in drie versies bekend is: ‘Een naam is onze hope’, ‘De kerk van alle tijden’ en ‘De ware kerk des Heren’. In al de drie versies komt in het eerste couplet hetzelfde thema aan de orde, namelijk dat de gemeente de bruid van Christus is en juist dát doet je dit lied uit volle borst zingen. Helemaal, als je beseft - wat al de drie versies expliciet aangeven - dat dit verankerd is in het offer van de Bruidegom, Jezus Christus! En dan te bedenken dat het hierbij gaat om wat de Bijbel noemt een ‘geheimenis’ dat tot Pasen verborgen is gebleven. Een geheimenis waarnaar profeten hebben gevorst en engelen hebben geprobeerd een blik in te slaan.

De realisatie van dat geheimenis, Gods voornemen van voor de grondlegging der wereld, is in het bijzonder aan de apostel Paulus  - zoals hijzelf getuigt - geopenbaard. Hoe delicaat weet hij dit onder de leiding van Gods Geest weer te geven in met name Efeze 5 waar hij duidelijk maakt, dat de schepping van de mens als man en vrouw en het zo voor elkaar geschapen zijn van Adam en Eva de blauwdruk zijn voor dat geweldig te verwachten gebeuren: de bruiloft van Christus en de gemeente. Het huwelijk metafoor van dit geweldige Godsplan. ‘Dit geheimenis is groot’! Zó groot, dat het Jezus op zeker moment deed zeggen ‘wie het vatten kan die vatte het’.  

Dat een en ander amper door ons christenen gevat wordt, blijkt wel uit hoe we omgaan met het huwelijk! Waar wordt wat in het genoemde lied bezongen wordt in het christelijk huwelijk (nog) zichtbaar? En dus (nog) de prijs beseft, die dat gekost heeft? Golgotha!
Hoe schokkend immers om een evangelisch dogmatisch geluid te horen, dat bijkans een treden van dat kruis met voeten genoemd moet worden. Ik doel hier op wat Willem Ouweneel in deel IX van de evangelisch-dogmatische reeks, getiteld Het verbond en het koninkrijk van God, met als ondertitel: Ontwerp van een verbonds- doop- en koninkrijksleer, waagt te beweren ten aanzien van wat in het genoemde lied belijdend wordt bezongen.

Naast dat hij ontkent wat (onder meer) Paulus door openbaring duidelijk is geworden, namelijk dat Gods voornemen als blauwdruk in de schepping van de mens - dus Genesis - te vinden is, beweert hij  dat de gemeente gezien moet worden als niet de oorspronkelijk bedoelde bruid van Christus…! Volgens Ouweneel huwt Christus twee bruiden en hij verwijst daarvoor naar Jacob, die twee vrouwen huwde. Jacob’s hart ging voor Rachel, maar… hij kreeg Lea. Christus kwam voor Israël en kreeg (in Handelingen) de gemeente. Grof gezegd, de gemeente is dus 2e keus! Zij, u en ik, zijn Lea met de fletse ogen… De ware liefde van Christus ligt, als bij een Jacob bij Rachel, bij Israël.

Nu moet gezegd worden dat zo langzamerhand binnen vooral de evangelische kring de hang naar Israël wel buiten proportioneel aan het worden is en ontegenzeggelijk onbijbelse vormen aanneemt. Sabbat vieren is in, de hang naar het vieren van Joodse feesten neemt toe en het evangelie verkondigen onder Israël wordt al meer gezien als niet wenselijk en als toppunt menen sommigen zelfs over te moeten gaan tot een zich laten besnijden.
Wie deze ontwikkelingen bestudeert, kan niet anders dan vaststellen, dat de oorsprong hiervan vooral teruggaat op de zogenaamde bedelingenleer (dispensationalisme). Een leer waarin ook Ouweneel gepokt en gemazeld is. Een leer die zich zeker kenmerkt door ‘exegetisch knip en plakwerk’.

O zeker, God heeft Israël verkozen uit de volken en het is nog steeds zijn oogappel en Hij heeft hen nog als zodanig steeds op en in het oog, en de rol van Israël is dan ook zeker nog niet uitgespeeld. Maar het was Jezus zelf, die duidelijk maakte dat niemand, ook de Jood niet, tot de Vader komt dan door Hem en, dat ook de Jood (denk aan Nicodemus) wedergeboren moet worden, wil hij behouden heten. Johannes 3: 16 zegt: Want alzo lief heeft God de wereld gehad… Jood en niet Jood. Verkondigde Paulus niet nadrukkelijk op grond van de genoemde openbaring dat de scheidsmuur op Pasen is weggevallen? We zijn geënt in Israël en mogen ons niet beroemen, maar wie niet wedergeboren is wordt weggebroken.  

Wedergeboorte is hier het sleutelwoord en doet onherroepelijk uitkomen bij het kruis dat Gods voornemen van voor de grondlegging der wereld reëel toegankelijk maakt: de bruiloft van het Lam.
De gemeente is dus allerminst tweede keus! Ze bestaat uit Joden én heidenen die bij het kruis gebogen hebben en Jezus als Heer en Messias hebben aangenomen.
Misschien dat Ouweneel, en ook zijn aanhang, de Bijbel eens zorgvuldiger moeten gaan lezen en eigen visies als krijgsgevangen brengt onder het gezag van Gods Woord.

De kerk van alle tijden

Kent slechts één vaste Grond:

’t Is Christus, Die door lijden

Zijn volk aan Zich verbond.

Om haar als bruid te werven

Kwam Hij ten hemel af.

’t Was Hij, die door zijn sterven

Aan haar het leven gaf.

De gemeente van Christus 2e keus?

Schrijverke

Bijbels perspectief nodigt de lezer van harte uit om te reageren!