

Lied + verhaal
Komt laat ons voortgaan kind’ren, Johannnes de Heer 440 (lied 441 liedboek van de kerken 1973)
'Komt laat ons voortgaan kind'ren' is een van de vele geestelijke liederen geschreven door Gerhard Tersteegen. Gerhard Tersteegen werd geboren op 25 november 1697 in Moers, een stad in de Duitse deelstaat Noordrijn-
Gerhard, die de zevende was van acht kinderen, werd door zijn ouders vroom opgevoed in de gereformeerde traditie en het was het diepste verlangen van zijn ouders dat hun zoon ooit predikant zou worden binnen de reformierte Kirche in Duitsland. Zijn vader, Heinrich Tersteegen die koopman was, stierf echter in 1703 toen Gerhard nog maar zes jaar oud was.
Het overlijden van zijn vader betekende een opgroeien in armoede en zo een streep door een mogelijke universitaire studie theologie. Desalniettemin kwam hij terecht op de Latijnse school (een soort gymnasium) waar onderwijs werd gegeven in de klassieke talen Grieks en Latijn en ook Hebreeuws werd onderwezen naast dagelijks vier uur les in de catechismus. Gerhard gaf blijk van een scherp verstand, maar toch bleek hij voorbestemd om koopman te worden. Hij verhuisde daartoe op 16 jarige leeftijd naar Mühlheim aan de Roer om bij zijn succesvolle oudere broer in de leer te gaan om vervolgens zelf twee jaar lang een eigen bedrijfje te runnen. Maar in 1719 gaf hij die poging op en ging een korte proefperiode aan van het weven van linnen, om uiteindelijk zijden linten te gaan weven wat financieel net iets meer zou opbrengen. Toch bleek dit niet voldoende en leed hij ontbering en raakte ondervoed.
Een en ander had een dusdanige invloed op zijn gezondheid dat hij uiteindelijk terecht kwam in een ernstig geestelijke depressie. Die depressie duurde van 1719 tot in 1724, het moment dat hij zekerheid vond in de verzoenende genade van Jezus Christus. Gerhard maakte toen een bekeringservaring mee die zijn hele verdere leven uiteindelijk heeft gestempeld en die een einde maakte aan een uiterst donkere periode in zijn leven. De ommekeer vond plaats in de paastijd van 1724. Gerhard schijnt toen een verbond met God te hebben gesloten dat hij ondertekende met een in zijn eigen bloed gedoopte pen.
Vanaf begin 1725 ging hij zich volledig aan het evangelie wijden en sprak onder meer op bidstonden die in Mühlheim sinds 1710 werden gehouden. De leiding van deze gebedssamenkomsten lag bij Wilhelm Hoffmann, een kandidaat theologie met een preekconsent voor de reformierte Kirche, met wie hij veel contact had.
Tersteegen had een kleine woning gevonden in de Teinerstrasse 1 in Mühlheim en leefde daar vele jaren ongetrouwd en in betrekkelijke afzondering. Naast het voorgaan op de genoemde bidstonden, ging hij preken in privé en openbare bijeenkomsten. Zijn invloed en reputatie groeide en vooral zijn oprechte vroomheid maakte diepe indruk. Naast preken, ging hij zich ook toeleggen op het schrijven over geestelijke onderwerpen en pastorale brieven, vermaningen en liederen. Ook vertaalde hij werken van Middeleeuwse mystici, maar ook van geestverwanten daarvan uit zijn tijd, bijvoorbeeld het werk van Madame Guyon.
Het huis van Gerhard Tersteegen werd door vele mensen bezocht die hem wat graag wilden horen spreken. Tersteegen moest niet veel van de gevestigde kerken hebben met hun, naar zijn idee, verlichte ideeën.
Ook over de landsgrens wist hij mensen aan te spreken. Jaarlijks (vanaf 1732 tot 1755) bezocht hij ons land, onder andere Amsterdam, om in samenkomsten voor te gaan. De mensen die, waar dan ook, zijn samenkomsten bezochten, werden bekend onder de naam 'Stillen im Lande -
Rond 1727 werd een huis gekozen tussen Mühlheim en Elberfeld waar mensen onder de leiding van Tersteegen voor een geestelijk retraite hun intrek konden nemen, het huis, dat aan acht mensen plaats bood, werd bekend onder de naam 'Pilgerhütte'.
Vanaf ongeveer 1728 tot aan zijn dood op 3 april 1769 werd Tersteegen financieel ondersteund door bewonderaars en vrienden. Gerhard Tersteegen wordt gerekend tot het Nederrijnse piëtisme en wordt wel gezien als een van de belangrijkste piëtisten van de reformierte Kirche. Voor de Zwitserse predikant, kerkhistoricus en schrijver over heiligenlevens, Walter Nigg (1903-
De oprechte vroomheid van Tersteegen en zijn innige relatie met de Verlosser Jezus Christus proeft men in de talloze geestelijke liederen die hij heeft geschreven. Zijn verlangen om te delen wat hij in Christus had gevonden, proeft men ook in het lied 'Komt laat ons voortgaan kind'ren'.
Tersteegen schreef honderd en elf liederen, waaronder de zeker binnen de protestantse kerken bekende liederen als 'God is tegenwoordig' en 'U bid ik aan o macht der liefde'. (Ter herinnering aan zijn driehonderdste geboortejaar bracht de Deutsche Post een postzegel uit met de versregel van dit laatste lied.) Tersteegen moet gezien worden als een van de belangrijkste schrijvers van het geestelijke lied op het reformatorische erf.


Komt laat ons voortgaan kind’ren

Terug



