© Serif Templates -
Lied + verhaal
Lied 985 uit de bundel van Joh. De Heer/Opwekking 392
Er is maar weinig bekend over de schrijver van het lied 'Mijn Jezus, ik hou van u', William Ralph Featherston (of Featherstone). Wat zijn geboorte en sterfdatum aangaat, bestaat er enige onzekerheid.
Algemeen wordt verondersteld dat hij werd geboren op 23 juli 1846 in Montreal, Quebec, Canada, als zoon van John and Mary (Stephenson) Featherston.
Zijn ouders waren, evenals later William zelf, methodisten en bezochten de Saint James Methodist Church in Montreal waar hij op 18 augustus 1846 werd gedoopt.
William blijkt zich al vrij jong bewust te zijn van het zondaar zijn en van de scheiding daardoor met God. Vanuit dit besef kwam William op zijn zestiende levensjaar tot bewust geloof en het is mogelijk dat hij op die leeftijd het betreffende lied schreef (al zijn er die aannemen dat hij het lied al als twaalfjarige heeft geschreven -
Het lied vertolkt de enorme vreugde die hij ervoer vanuit het bewustzijn vrijgekocht te zijn door het bloed van Jezus. Jezus was voor hem de Verlosser geworden van wie hij intens veel hield!
Hij stuurde een kopie van het lied naar een tante in Californië en zij schijnt er bij hem op te hebben aangedrongen het lied uit te geven. Sowieso blijkt zij het lied in het zelfde jaar (1862) nog toegestuurd te hebben aan The Primitive Methodist Magazine, en twee jaar later, in 1864, verscheen het anoniem in het Engels liedboek The London Hymn Book.
Het originele manuscript van de hand van William van het lied zelf blijkt nog in het bezit van de familie te zijn en wordt door hen zorgvuldig gekoesterd.
Het is onder meer Ira David Sankey, de bekende gospelzanger en componist -
Het lied is gebaseerd op 1 Johannes 4:19 waarin de liefde van de heiligen voor de Here Jezus centraal staat. Het lied benadrukt de glorie van het kruis en de heerlijke gemeenschap die de verloste zondaar dankzij het volbrachte werk van Jezus Christus met Hem mag ervaren (Ef. 1:7). De 'Glad/Kennamer Genealogy' van Tom Glad geeft aan dat hij mogelijk op 10 augustus 1869 getrouwd is met Julie R. MacAlister en dat uit dat huwelijk een zoontje met de naam John geboren zou zijn.
William, die geen andere liederen meer heeft geschreven, stierf vlak voor zijn zevenentwintigste verjaardag op 20 mei 1873 in Montreal, Quebec, Canada. Hoe toepasselijk is in deze het laatste couplet van het lied dat het vertrouwen en uitzicht van de verloste zondaar in de Verlosser, Jezus Christus mag hebben:
In mansions of glory and endless delight
I’ll ever adore Thee in heaven so bright,
I’ll sing with the glittering crown on my brow,
If ever I loved Thee, my Jesus, ‘tis now.
Jammer dat de Nederlandse vertaling van het lied veel afbreuk doet aan de oorspronkelijke tekst, die duidelijk krachtiger en meer aansprekend is. Vergelijk alleen maar eens het eerste couplet dat oorspronkelijk zegt:
My Jesus, I love Thee, I know Thou art mine!
For Thee all the pleasures of sin I resign;
My gracious Redeemer, my Saviour art Thou.
If ever I loved Thee, my Jesus, ‘tis now!
In dit eerste couplet wordt in het origineel oorspronkelijk in de tweede regel gesproken over 'pleasures of sin' en niet zoals tegenwoordig vertaald wordt 'follies of sin'. Het origineel sluit met 'pleasures of sin' meer aan bij wat te lezen valt in Hebreeën 11:5, terwijl het tegelijk meer recht doet aan de intentie van de schrijver van het lied.
Een aantal jaren na de dood van William Featherston was het de Baptisten predikant en componist Adoniram Judson Gordon (oprichter van Gordon College en Gordon-
Mijn Jezus, ik hou van u
Terug