Gezang 427 in het leidboek van de kerken (gebaseerd op Psalm 37:5).

Een lied 'in de nacht' dat de eeuwen door actueel blijft en waarvan uit een klein onderzoek, gehouden onder Duitse christenen, bleek dat dit lied voor hen één van de meest geliefde kerkliederen is. Ook in ons land is de waardering groot. De reden van deze populariteit laat zich raden: centraal staat de oproep tot vertrouwen in een absoluut te vertrouwen God die onze wegen kent en bestuurt. Door alle tijden heen heeft het lied de mens in moeilijke en donkere omstandigheden geraakt, bemoedigd en vooral gesterkt.

Het lied is gedicht door de op 12 maart 1607 in het oosten van Duitsland geboren Paul Gerhardt die zich na zijn studie in Wittenberg (een studie volgend op een onderwijsperiode aan de vorstenschool, waar hij onder meer Latijn leerde) eerst als huisleraar vestigde in Berlijn.  Het leven van Paul Gerhardt is allesbehalve gemakkelijk geweest en juist daarom ademt het lied zijn (levens)ervaring met God. Zo verloor hij vrij jong zijn beide ouders. In zijn studietijd maakte hij allereerst de verschrikkingen van de Dertig jarige godsdienststrijd mee (1618-1648), een strijd die Duitsland sociaal en economisch aan de rand van de afgrond bracht. Vervolgens werd hij geconfronteerd met de gevolgen van honger en pest. Aan de laatste verloor hij zijn jongere broer. Rampen zijn het gezin Gerhardt niet bespaard gebleven. Van zijn vier kinderen heeft hij er drie naar het graf gebracht en ook moest hij zijn vrouw verliezen en dat ten tijde van spanningen rond zijn ambt in Berlijn (zie hierna). Hij zou het lied zijn vrouw in die periode, terwijl zij overnachtten in een hotel, hebben voorgedragen toen zij zich erg angstig voelde over de toekomst.

Hoewel het bovenstaande veel over de achtergrond van het lied zegt, is er over de exacte reden van ontstaan niets met zekerheid te zeggen. Er wordt wel verondersteld dat het ontstaan van het lied te maken heeft met zijn ontslag uit het ambt als predikant in Mittenwalde in 1657, of zijn ontslag - naar aanleiding van een theologisch conflict - als predikant van de Nicolai-kerk in Berlijn in 1666/67 en dat ondanks een enorme protestactie tegen deze ontheffing uit het ambt van de kant van vele gemeenteleden voor hun predikant. We komen een dergelijke vermelding tegen bij Theodor Fontane in zijn 'Wanderung durch die Mark Brandenburg', deel 4 uit 1882. Na het debacle in Berlijn werd hij (als weduwnaar) predikant in Lübben waar hij op 26 mei 1676 is overleden.  

Ondermeer het lied 'Beveel gerust uw wegen' werd (naast een groot aantal andere liederen van zijn hand) in 1653, het jaartal dat ook wel als ontstaansjaar van het betreffende lied wordt genoemd, in de vijfde oplage van het gezangboek 'Praxis Pietatis Melica' van Johan Crügers opgenomen. Het is door de publicatie van zijn liederen in het gezangboek van Crüger (organist van de Nicolai-kerk in Berlijn) dat hij als lieddichter bekendheid kreeg. Johan Crüger zal zich in het leid herkent hebben om het vele lijden dat ook hij heeft meegemaakt.

Het lied werd in de loop van de tijd op verschillende melodieën gezongen onder andere op de melodie van 'O hoofd bedekt met wonden'.