Lied + verhaal
Lied 523 uit de bundel van Johannes de Heer.
Dit overbekende lied werd geschreven door Frances Jane ('Fanny') Crosby die als enig kind van John en Mercy Crosby geboren werd op 24 maart 1820 in Brewster, ongeveer 80 km ten noorden van New York. Het verhaal gaat dat zij kort na haar geboorte een kou vatte waardoor zij een oogontsteking opliep en dat een plaatsvervagend arts vervolgens aanried warme mosterd kompressen als behandeling toe te passen. Fanny zou door deze behandeling blind zijn geworden. Vanuit medische kring wordt evenwel beweerd dat de blindheid aangeboren was en dat dit in eerste instantie aan de aandacht van de ouders zou zijn ontsnapt. Toen zij in 1825 door de hoog gekwalificeerde chirurg Valintine Mott werd onderzocht, stelde deze vast dat haar blindheid niet te genezen was. Na het overlijden van haar vader John in haar eerste levensjaar deelde haar moeder haar opvoeding met haar grootmoeder. Door hen werd ze onderlegd in de protestants christelijke en vooral Puriteinse beginselen, terwijl allereerst haar grootmoeder haar vanaf haar tiende levensjaar aanmoedigde om hele Bijbelgedeelten -
De eerste gedichten en liederen van Fanny hadden geen christelijke strekking. Hoewel ze gelovig was opgevoed, zoals boven aangegeven, was het pas in november 1850 dat zij tijdens een opwekkingssamenkomst zodanig werd aangeraakt, dat ze antwoord gaf aan de oproep om het leven aan de Here Jezus te geven. Zelf beschrijft ze dat moment als volgt (vertaald): 'Mijn ziel baadde in het hemelse licht. Ik sprong op mijn voeten en riep halleluja!' Haar keuze was beslist! Al snel verschenen er de eerste christelijke liederen die zich vooral kenmerkten door een Wesliaans karakter. De uit het hoofd geleerde Bijbelgedeelten werden een bron van inspiratie. Zodra Fanny een lied in haar hoofd had 'gemaakt' onthield zij het en dicteerde de tekst. Haar gebed was dat God het zou gebruiken om harten te raken.
Haar blindheid heeft haar nooit gehinderd. Zelf zei ze met betrekking tot haar handicap later: "Het schijnt voorbestemd te zijn door de gezegende voorzienigheid Gods, dat ik mijn hele leven blind zou zijn en ik dank Hem voor deze toebedeling. Als mij morgen perfect, aards zicht werd aangeboden zou ik het niet accepteren. Ik zou misschien geen gezangen tot lof Gods gezongen hebben, als ik afgeleid zou zijn geweest door de mooie en interessante dingen rondom mij."
Fanny heeft vele bekende geestelijke liederen geschreven waarvan vele in de bundel van Johannes de Heer terug zijn te vinden. Om enkele van de bekendste te noemen: Volle verzeek'ring, Jezus roept zondaars, Geprezen zij God en natuurlijk ook Veilig in Jezus armen. Op zeker ogenblik kwam de musicus William Howard Doane bij haar op bezoek en tijdens dat bezoek gaf hij aan een melodie te hebben waarbij hij woorden zocht. Nadat hij de melodie had laten horen, zei Fanny dat de melodie haar deed denken aan veiligheid en geborgenheid. Het deed haar terug denken aan het moment dat ze in een panieksituatie waarbij een kind in gedrang was komen te vallen de moeder had horen zeggen toen het kind erg huilde: "wees maar stil, je bent veilig in moeders armen". Dat, tezamen met haar gevoel, gaf het lied Veilig in Jezus armen op de melodie van Doane.
Haar groeiende bekendheid bracht haar in contact met vele hoogwaardigheidsbekleders, waaronder presidenten. Bij de begrafenis in 1885 van president Grant speelde zij dit gezang Safe in the Arms of Jesus, ofwel Veilig in Jezus armen. Op 12 februari 1915 mocht ze zelf dit lied als werkelijkheid ervaren toen ze inging tot het feest van haar Heer.
Veilig in Jezus armen
Terug