

Lied + verhaal
Lied 180 uit de bundel van Johannes de Heer.
Charles Wesley werd geboren op 18 december 1707 in de pastorie van Epworth, Licolnshire in Engeland als 18e kind van Susanna en Samuel Wesley. Zijn vader was predikant en dichter. Na zijn schooltijd op de Westminster School ging hij naar Christ Church, Oxford. In Oxford formeerde hij in 1727 een gebedsgroep waarbij zich in 1729 ook zijn oudste broer John aansloot. De groep richtte zich op methodische bijbelstudie en een heilig leven. Ze bestudeerden dagelijks voor een aantal uren de Bijbel, vastten twee dagen per week en bezochten gevangene en hielpen armen. Onder medestudenten werden ze al gauw bekend als de 'Heilige Club' en 'methodisten'. Ook George Whitefield sloot zich op zeker moment bij hen aan. Met hem heeft hij een groot verschil van mening gehad over de 'uitverkiezing', een conflict dat tot een tijdelijke breuk leidde. Maar met het door hem bekend geworden motto 'agree to disagree' (het eens zijn om het niet eens te zijn) werd de vriendschap hersteld.
Nadat Charles zijn studie met een master in de klassieke talen en literatuur had afgesloten, volgde hij het voetspoor van zijn vader en broer en werd in 1735 predikant in de Church of England. Vlak daarop ging hij met zijn broer John naar Georgia, dat in die tijd een Engelse kolonie was. Hij werd daar onder andere secretaris van de Gouveneur in Oglethorpe en prediker. Maar binnen een jaar keerde hij telergesteld naar Engeland terug vanwege onder meer gezondheidsproblemen.
Charles die geestelijk zijn plek nog niet echt had gevonden, kwam rond 1736 in aanraking met de Moravische broeders waarvan hij in Londen een bijeenkomst bezocht en vond met Pinksteren 1737 rust voor zijn ziel. Hij had intussen moeite gekregen met de Chuch of England waarin hij als predikant was bevestigd en vanwege de nadrukkelijke verwantschap met de Evangelische Broederschap lieten veel van deze kerken hem niet meer spreken. Samen met enkele geestverwanten startte hij een kerkgenootschap dat bekend zou worden als de Methodisten. Toch heeft de Church of England hem nooit losgelaten en bleef hij daarvan lid. Zijn vrouw, Sarah Gwynne waarmee hij in 1749 was getrouwd, vergezelde hem vaak als hij ergens moest voorgaan.
Na een bewogen en turbulent leven stierf Wesley op 29 maart 1788 88 jaar oud in Londen en werd naar zijn eigen wens begraven op het kerkhof van Marylebone.
Charles Wesley heeft zijn persoonlijk geloof niet alleen uitgedrukt in zijn prediking, een prediking die grote invloed heeft gehad binnen de Engelse samenleving, maar ook in ruim 6500 geestelijke liederen. Samen met Isaac Watts en Fanny Crosby wordt Wesley gerekend tot de belangrijkste lieddichters van het Engelse taalgebied. Aan veel van de door hem geschreven liederen is een verhaal of gebeurtenis te verbinden. Wat het lied 'Jezus die mijn ziel bemint' aangaat, een lied dat wel gezien wordt als het mooiste lied dat ooit geschreven werd en in elk geval gezien wordt als een van de beste lieden van Wesley, vertelde Wesley zelf, dat het bij hem opkwam op een zomeravond toen hij in de tuin zat. Hij werd opgeschrikt door een plotselinge storm en zag een klein vogeltje dat zich van angst geen raad wist en zich verstopte onder de jas van Wesley. Die gebeurtenis werd de aanleiding tot het schrijven van het na Wesley's dood wereldwijd bekend geworden lied waarvan zijn broer John aanvankelijk aangaf het sentimenteel te vinden.


Jezus die mijn ziel bemint




Terug