Lied + verhaal
Lied 264 uit de bundel van Johannes de Heer.
Het lied is geschreven door Horatio Spafford die op 20 oktober 1828 als zoon van de uitvinder, schrijver , uitgever en handelaar Horatio Gates Spafford senior en Elizabeth Clark Hewitt Spafford in Lansingsburgh, New York geboren werd. Haratio junior werd een vooraanstaand en daardoor welgesteld advocaat met een bloeiende praktijk. Op 5 september 1861 trouwde hij met de 14 jaar jongere Noorse Anna Larsen in Chicago. Beide waren meelevend christen en Spafford werd op zeker ogenblik ouderling in de Fullerton Avenue Presbyteriaanse kerk. De Spaffords stonden al snel goed bekend in Chicago. Hun verlangen naar geestelijke verdieping bracht hen al vrij snel in aanraking met onder meer Dwight L. Moody en Ira Sankey. Een persoonlijke vriendschap was het gevolg.
De inmiddels verworden rijkdom stelden de Spafford's op zeker ogenblik in de gelegenheid om het nodige onroerend goed in Chicago aan te kopen. Hun huwelijk werd gezegend met de geboorte van vijf dochters en een zoon. Op het hoogtepunt van zijn professionele en finaciële succes sloeg echter het noodlot toe. Horatio en Anna verloren allereerst hun vierjarige zoon door ziekte aan de dood. Kort daarop, op 8 oktober 1871, brak de grote brand van Chicago uit. Het vuur vernietigde alle onroerend goed dat ze bezaten, wat een enorm financieel verlies betekende. Ondanks dat alles, en het feit dat hun zakelijke belangen ook nog eens werden geschaad door economische tegenwind, zetten de Spafford's zich in om hen die door de grote brand getroffen waren te helpen.
In 1873 besloot Haratio dat zijn gezin na alle doorstane ellende voor een vakantie naar Engeland zou gaan. Omdat hij plotseling door zakelijke aangelegenheden niet weg kon, liet hij zijn vrouw en kinderen vooruit reizen met de belofte snel te zullen volgen. Zijn vrouw en kinderen gingen in New York aan boord van het Franse stoomschip Ville du Havre. Op 22 november 1873 kwam het schip in aanvaring met het Engelse schip The Loch Earn. Binnen twaalf minuten zonk de Ville du havre met het gevolg dat 226 mensen het leven verloren. Opnieuw werden de Spafford's geconfronteerd met een grote tragedie. Alleen Anna Spafford overleefde namelijk de ramp. De vier dochtertjes overleefden de ramp niet. Anna zond een telegram met de tekst: 'saved alone…what shall I do?...' Horatio reisde onmiddellijk naar Engeland. Toen het schip waarmee hij reisde op de plek van de ramp was, werd dit Horatio meegedeeld door de kapitien. Horatio ging vervolgens naar zijn hut en schreef daar het lied dat wij kennen als ''t Zij vreugde mijn deel is'. Het werd een lied dat vele harten heeft geraakt en nog steeds raakt. Samen keerden Horatio en Anna naar Chigago terug. Teruggekeerd pakten ze het leven weer op. Hun relatie werd opnieuw gezegend, en wel met de geboorte van drie kinderen, twee dochters en een zoon. Maar opnieuw werden ze in rouw gedompeld. Op 11 februari 1880 stierf, evenals hun eerste zoon op vierjarige leeftijd, hun tweede zoon aan roodvonk. In hetzelfde jaar schonk Anna het leven aan nog een dochter. Na het verlies van hun tweede zoon besloten de Spaffords Amerika te verlaten en zich in Jeruzalem te settelen. In september 1881 vertrok het gezin met een aantal vrienden -
Horatio schreef in 1882 in zijn dagboek: 'Ik had alles wat een mens zich op aarde begeren kan. De Here had me veel gegeven, Hij heeft ook veel weer afgenomen'.
Toch blijkt er aan het bovenstaande nog iets toe te voegen. Alle leed dat de Spafford's hebben meegemaakt, werd namelijk door sommigen beschouwd als een goddelijke interventie vanwege geleidelijk ontwikkelde, met de Bijbels strijdige, ideeën van de Spafford's. Niet alleen waren ze sterk gegrepen door de gedachte van een spoedige wederkomst van Christus, maar Horatio zou ook geloofd hebben dat alle mensen uiteindelijk behouden zouden worden en er geen hel bestond -
Vier dagen voor zijn 60ste verjaardag stierf Horatio Spafford op 16 oktober 1888 aan malaria. Hij werd begraven op de Mount Zion begraafplaats in Jeruzalem.
‘t Zij vreugde mijn deel is
Terug